De bekabeling van zonnepanelen in België in 2025 moet voldoen aan specifieke EPB-regels, AREI-voorschriften (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties) en de technische compatibiliteit met omvormers en thuisinstallaties. In dit artikel lees je hoe de installatie van bekabeling correct geplaatst wordt, welke veiligheidsmaatregelen je zeker niet mag vergeten en waarom kiezen voor kwaliteitskabels met UV-bestendige isolatie een van de betere beslissingen is in 2025. Ook nieuwe regels rond plug-and-play zonnepanelen, die sinds april 2025 in België officieel goedgekeurd zijn, komen aan bod.
Zo ontdek je welke kabeldoorsnede nodig is, hoe je verbindingen waterdicht bevestigt, waarom serie-, parallel- of hybride bedradingsschema’s rendementsverschillen veroorzaken, én hoe de omvormer correct gekoppeld moet worden aan de meterkast. Alle antwoorden die je nodig hebt voor een veilige én performante installatie van je zonnepanelensysteem.
Hoe installeer je bekabeling bij zonnepanelen in België in 2025?
Het correct installeren van bekabeling bij zonnepanelen in 2025 vereist gespecialiseerde kennis van elektrische schema’s, weersbestendige componenten en netcapaciteit. De kabels verbinden de zonnepanelen via een omvormer aan je elektriciteitsnet en eventueel je thuisbatterij.
Welke soorten verbindingen gebruik je bij zonnepanelen?
De soorten verbindingen die bij zonnepanelen gebruikt worden zijn serieverbinding, parallelle verbinding en hybride verbinding.
- Serieverbinding verhoogt de spanning (V) en is geschikt voor omvormers met hoge ingangsspanning (>600 V).
- Parallelle verbinding verhoogt de stroomsterkte (A), maar houdt de spanning gelijk. Deze is handig bij locaties met (gedeeltelijke) schaduw of voor off-grid 12/24V-systemen.
- Hybride verbinding combineert beide, typisch bij systemen met meer dan 6 zonnepanelen of 2 strings op één MPPT (Maximum Power Point Tracker).
Wat is het correcte bedradingsschema voor jouw installatie?
Het correcte bedradingsschema hangt af van:
- Aantal zonnepanelen
- Plaatsing (schaduw/zonlichtverdeling)
- Vermogenswaarden van de omvormer
- Fasenaansluiting van de woning (1-fase of 3-fase)
Gebruik een hybride verbinding bij grotere installaties (>4kWp) of systemen verdeeld over oost-west georiënteerde dakvlakken.
Welke soort kabel gebruik je best bij zonnepanelen?
De bekabeling bij zonnepanelen moet bestand zijn tegen UV, vocht, temperatuurschommelingen en mechanische trekkrachten.
De aanbevolen kabelsoorten in België voor zonnepanelen zijn:
| Kabeltype | UV-bestendig | Gebruikstemperatuur | Doorsnede | Levensduur (geschat) |
|---|---|---|---|---|
| Solarflex® | Ja | -40 °C tot +90 °C | 4 mm² – 6 mm² | 25+ jaar |
| H1Z2Z2-K | Ja | -40 °C tot +120 °C | 6 mm² standaard | 30 jaar |
| PV1-F | Ja | -25 °C tot +90 °C | 2.5 – 6 mm² | 20 – 25 jaar |
Voor residentiële toepassingen zijn kabeldoorsneden van minstens 4 mm² nodig. Kies steeds kabels die conform zijn aan EN 50618 en IEC 62930 normering.
Hoe sluit je de omvormer correct aan op je meterkast?
De omvormer sluit je aan op de meterkast via een vrije kring of automaat met:
- Aangepaste vermogensbeveiliging
- Type B of A aardlekschakelaar
- Conformiteit met AREI (België)
Controleer de hoofdaansluiting:
- Bij 1-fase netaansluiting mag max. een 3,6 kW omvormer aangesloten worden.
- 3-fase aansluitingen laten hogere omvormervermogens toe tot 10 kW of meer.
De aansluiting moet uitgevoerd worden door een erkend elektricien, met vermelding in het eendraadschema van de woning.
Hoe zorg je ervoor dat kabels en connectoren waterdicht verbonden zijn?
Om connectoren en kabels waterdicht te maken, worden onderstaande technieken aanbevolen:
- Gebruik IP67-gecertificeerde MC4-connectoren
- Verzegel open kabelingangen met kabelwartels + krimpkousen
- Bevestig connectoren verticaal naar beneden om het indringen van regenwater te voorkomen
- Werk aansluitpunten indien mogelijk binnen in een waterdichte aansluitkast
Waterdichtheid verkleint oxidatie van de connector, voorkomt kortsluitingen en verhoogt de levensduur significant (>20 jaar).
Hoe test je of bekabeling correct is aangesloten?
Bekabeling van zonnepanelen test je met een digitale multimeter of installatietester.
Voer volgende tests uit:
- Spanningstest (DC) per paneel of string
- Stroomsterkte onder belasting (door tijdelijk aan te sluiten op een belastbare weerstand)
- Continuïteitstest + polariteitstest tussen panelen, omvormer en meterkast
- Isolatieweerstand test (bij installateurs verplicht)
Laat deze test uitvoeren vóór de keuring.
Welke veiligheidsmaatregelen zijn vereist bij bekabeling voor zonnepanelen?
Bij zonnepaneelbekabeling gelden onderstaande veiligheidsprincipes:
- Gebruik uitsluitend kabels die dubbel geïsoleerd zijn conform CE-markering
- Vermijd contact met vocht of water op kabels binnen
- Leid kabels nooit onder mechanisch belastbare zones (bijvoorbeeld onder grindpaden of bewegende daken)
- Gebruik binders, kabelgoten of flexibele leidingbanen
- Bevestig panelen volgens winddruknorm bij platte daken of terrassen
Zijn plug-and-play zonnepanelen veilig om zelf aan te sluiten?
Ja, mits gebruik van een goedgekeurd, conform product met CE, AREI- en eventueel TUV-certificering.
Sinds april 2025 zijn plug-and-play zonnepanelen wettelijk toegelaten in België tot een maximum van 800 W (AC-output) per installatie, aangesloten via een stopcontact met aardlekbeveiliging type A, beperkt tot 16A.
Let op:
- Enkel toestellen met automatische uitschakeling bij netuitval zijn toegestaan
- Gebruik gecertificeerde connectoren en stevige mechanische verankering
- Controleer jaarlijks de staat van de bekabeling, vooral bij balkongebruik
Wat zijn de aandachtspunten bij bekabeling op houten of metalen daken?
Bij dakconstructies moet de bekabeling correct gedimensioneerd én bevestigd worden.
| Materiaal dak | Aandachtspunten |
|---|---|
| Hout | Brandgevaar: vermijd overbelasting, goed ventileren |
| Metaal | Geleidend: verplicht aarding, extra kokerisolatie |
| Bitumen | Niet hittebestendig: verhoog afstand panelen |
Gebruik bij metalen daken kabelgoten met kunststof isolatie, om lekstromen of aardfouten te voorkomen.
Hoe onderhoud je bekabeling bij zonnepanelen?
Onderhoud van kabels gebeurt minimaal jaarlijks:
- Controleer op knikpunten, slijtage of blootgestelde geleidende delen
- Controleer MC4-connectoren op verkleuring of losraken
- Controleer de afdichting van dakdoorvoeren
- Verifieer de integriteit van de aardingskabel (groen-geel)
Vervang connectoren of kabels waar nodig. Sluit onderhoud vooraf aan met een erkend installateur voor professioneel advies.
Welke fouten komen het vaakst voor bij de installatie van bekabeling?
Veelvoorkomende fouten bij zonnepaneelbekabeling:
| Fout | Gevolg |
|---|---|
| Te dunne kabel (bv. 2,5 mm²) | Verlies (>2%), vermogensverlies |
| Foute polariteit aangesloten | Geen of foutieve DC-spanning |
| Geen UV-bestendige kabels | Barsten van isolatie na enkele jaren |
| Connectoren niet stevig geplaatst | Kortsluiting, brandgevaar |
| Te lange DC-kabels (>20 m) | Spanning en stroomverlies |
Laat de bekabeling altijd controleren na installatie.
Wat zijn de voordelen van professionele installatie van bekabeling?
De voordelen van een professionele bekabelingsinstallatie:
- Conformiteit met AREI, EPB, en verzekeringsvoorwaarden
- Verkorte montagetijd door juiste gereedschappen en ervaring
- Aansluiting via correcte nominale beveiligingen
- Gegarandeerde garanties op materiaal én werk
- Keuring door externe inspecteur (vanaf 800 W AC vereist)
Professionele installatie verhoogt dus de veiligheid, levensduur en rendement van je installatie aanzienlijk.
Met de juiste bekabeling maak je je zonnepanelensysteem niet alleen veiliger, maar ook efficiënter en toekomstbestendig. Laat je begeleiden door een erkende installateur zoals Zen Zonne Energie voor een zorgeloze overstap. Voorkom warmteverliezen, brandgevaar en schommelingen op je omvormer door je installatie te voorzien van duurzame, correcte elektrische verbindingen. De juiste planning, plaatsing en opvolging van bekabeling bepaalt het succes van je duurzame energiebron.